Wet aanpak woonoverlast
Blijvende woonoverlast zoals vervuilde tuinen en woningen, geluidsoverlast van de buren, viezigheid van dieren of ernstig overlast van drugshandel, kan het woongenot en gevoel van veiligheid van bewoners ernstig bedreigen. Om die overlast te kunnen aanpakken is de “Wet aanpak woonoverlast” in werking getreden. Hierdoor is een nieuwe artikel, artikel 151d, in de Gemeentewet toegevoegd. Op grond van artikel 151d van de Gemeentewet heeft de gemeenteraad de mogelijkheid om bij verordening vast te leggen dat een gebruiker van een erf of woning zorgt dat er geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt. De Vereniging Nederlandse Gemeenten heeft hiertoe een bepaling opgenomen in de model-APV (https://vng.nl/files/vng/brieven/2017/lbr-17-038.pdf) voor het gebruik van deze wet.
Wanneer deze ernstige en herhaaldelijke hinder plaatsvind, heeft de burgemeester de bevoegdheid om handhavend op te treden. In de verordening kan de gemeenteraad regels stellen aan de uitoefening van de bevoegdheid van de burgemeester.
Bevoegdheden van de burgemeester
Wanneer de gemeenteraad heeft bepaalt dat de burgemeester deze wet mag gebruiken, kan de burgemeester in individuele gevallen van woonoverlast onderzoeken of hij een gedragsaanwijzing gaat inzetten. Besluit de burgemeester zijn bevoegdheid te gebruiken, dan legt hij een gedragsaanwijzing op. De burgemeester kan slechts van deze nieuwe bevoegdheid gebruik maken, wanneer de ernstige en herhaaldelijke hinder redelijkerwijs niet op een andere geschikte manier kan worden tegengegaan. Daarom wordt eerst onderzocht of de overlast niet op een andere manier kan worden opgelost. Voorbeelden hiervan zijn mediation, buurtmiddeling, een waarschuwing of in gesprek gaan met de overlastveroorzaker. Wanneer al deze mogelijkheden geen uitkomst bidden, kan de burgemeester de bevoegdheid uit artikel 151d van de Gemeentewet inzetten. In een gedragsaanwijzing staat welke acties de overlastveroorzaker moet ondernemen of juist moet nalaten om een overlast te beëindigen. Welke gedragsaanwijzingen de burgemeester kan geven, bepaald de raad. Een overlastveroorzaker kan bijvoorbeeld een bezoekersverbod krijgen, waardoor hij geen bezoek mag ontvangen.
Tot nu toe kon de burgemeester woonoverlast op grond van artikel 174a Gemeentewet tegengaan door de woning van de overlast veroorzaker te sluiten. De bevoegdheid tot het sluiten van een woning is een zeer zware bevoegdheid, die inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van de bewoner. Er worden dan ook hele zware voorwaarden gesteld. Om tot sluiting van een woning over te kunnen gaan moet er sprake zijn van ernstige vrees voor verstoring van de openbare orde. Pas dan is de sluiting van de woning van waaruit de openbare orde wordt verstoord proportioneel.
Rechtsbescherming
De gedragsaanwijzing is een officieel besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De overlastgever kan hiertegen dus bezwaar maken en naar de rechter stappen als hij er niet mee eens is. Negeert de overlastgever de gedragsaanwijzing, dan kan aan de overlast veroorzaker een dwangsom opgelegd worden en moet de overlastgever betalen. Als dat niet werkt, kan de burgemeester met behulp van bestuursdwang er voor zorgen dat de overlast stopt.
Conclusie
De Wet aanpak woonoverlast vergroot de wettelijke mogelijkheden die gemeenten hebben in de aanpak van woonoverlast. Maar het is wel het allerlaatste redmiddel tegen woonoverlast. Op dit moment zijn er geen voorbeelden van de inzet van artikel 151d Gemeentewet. Wachten is op de eerste gemeente die gebruik gaat maken van de bevoegdheid.