Er zijn situaties waar het vanuit maatschappelijk oogpunt wenselijk lijkt om de exploitatie van een buurthuis, inclusief bijbehorende horeca, in eigen beheer van de gemeente te nemen. Alhoewel dit zeker niet onmogelijk is, zijn er veel aspecten waar rekening mee moet worden gehouden.
Drank- en Horecawet
Als het gaat om exploitatie van een horecabedrijf in de zin van de Drank- en Horecawet zal er moeten worden gekeken naar hoe men om moet gaan met oneerlijke mededinging. De gemeente is een publiekrechtelijke rechtspersoon welke per definitie niet als paracommerciële rechtspersoon is aan te merken. De activiteiten van de rechtspersoon zijn in beginsel immers niet van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard. De paracommerciële verordening is dan ook niet van toepassing.
Dit betekent dat de gemeente het horecabedrijf zou kunnen exploiteren middels een reguliere drank- en horecavergunning. Zonder enige beperking in regelgeving dingt de gemeente dan mee met de commerciële horecabedrijven. Dit is ongepast en niet wenselijk.
Het is dan ook ten minste raadzaam een paracommerciële rechtspersoon op te richten voor de uitoefening van het horecabedrijf.
De juridische omgeving
Op basis van de Algemene Beginselen van Behoorlijk Bestuur is het oprichten van een paracommerciële rechtspersoon vanuit de gemeente zeker niet zonder risico's. Denk aan het gelijkheidsbeginsel en fair-play. Hoe verhoudt de exploitatie zich tot andere exploitanten in een vergelijkbare juridische omgeving binnen de gemeente? Een gelijke omgeving kan onder meer worden gevonden in:
- Vergelijkbare vergunninghouders welke op basis van eenzelfde grondslag als paracommerciële rechtspersoon zijn aangemerkt;
- Horeca inrichtingen op een locatie in het bestemmingsplan binnen een vergelijkbare bestemmingscategorie van (ondergeschikte) horeca;
- Vergelijkbare bedrijvigheid welke plaatsvindt binnen het kader van accommodatiebeleid;
- Overeenkomstige activiteiten waar de gemeente subsidie voor verstrekt.
Zo moet er rekening worden met diverse aspecten, waaronder, maar niet uitsluitend:
- Verordenings- en beleidsregels inzake (paracommerciële) horecabedrijven;
- Ruimtelijke overwegingen waaronder het bestemmingsplan, de beheersverordening, het exploitatieplan en/of een voorbereidingsbesluit;
- Visies op accommodatie op de rol van de lokale overheid als marktpartij;
- Subsidieverstrekking, alsmede waarborging tot het voorkomen van verkapte subsidieverstrekking.
Conclusie
Een eenduidig antwoord is gewoonweg niet te geven. Iedere situatie dient volledig te worden afgewogen aan de concrete omstandigheden van het geval. Belangen en bezwaren kunnen uit diverse onverwachte hoeken komen. Een gedegen onderzoekstraject is te allen tijde benodigd.