Grondslag
De grondslag van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen (hierna: Besluit) vloeit voort uit artikel 3, derde lid van de Wet veiligheidsregio's. In dit artikel staat het volgende opgenomen: ''Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het brandveilig gebruik van voor mensen toegankelijke plaatsen, voor zover daarin niet bij of krachtens enige andere wet is voorzien, en worden regels gesteld over de basishulpverlening op die plaatsen"
Om het aanvullende karakter van dit Besluit tot uitdrukking te brengen is ervoor gekozen om het woord 'overige' toe te voegen. Het besluit ziet vooral op het gebruik van plaatsen in de open lucht, en op de constructies die met het oog het gebruik van die plaatsen daar tijdelijk aanwezig zijn.
Huidige situatie
Op grond van artikel 2 van de Wet veiligheidsregio's is het college van burgemeester en wethouders belast met de organisatie van de brandweerzorg. Regels over het voorkomen, beperken en bestrijden van brand zijn momenteel opgenomen in gemeentelijke brandbeveiligingsverordeningen. In deze verordening kon elke gemeenteraad tot dusver eigen regels formuleren.
Doelstelling
Het Besluit zorgt voor een landelijke uniforme regeling. Daarnaast moet het Besluit rechtszekerheid en rechtsgelijkheid bevorderen, helderheid bieden door uit te schrijven welke regels voor welke situatie gelden, toegespitste regels geven die niet zwaarder zijn dan nodig en de administratieve lasten voor bedrijven beperken. De wetgever is van mening dat juist bij brandveiligheid het zowel voor de overheid als voor het bedrijfsleven gewenst is dat de regels uniform, duidelijk, specifiek en beperkt zijn.
Besluit
Het besluit regelt landelijk uniforme regels voor het brandveilig gebruik van plaatsen die in georganiseerd verband worden gebruikt. Het gaat om regels voor plaatsen die niet al onder andere regelingen vallen, zoals het Bouwbesluit 2012. Na inwerkingtreding van het Besluit worden overlappende bepalingen in een gemeentelijke brandveiligheidsverordening onverbindend. Bepalingen die niet geregeld worden in het Besluit behouden hun rechtskracht op grond van de gemeentelijke verordening.
De verplichting om als gemeente een brandbeveiligingsverordening te hebben staat nog in de Wet veiligheidsregio's opgenomen. Zolang de wet niet is aangepast kan de gemeentelijke brandbeveiligingsverordening niet (geheel) worden ingetrokken.
Dit besluit is in omvang aanzienlijk groter dan de gemeentelijke verordeningen. Diverse onderwerpen die niet of onvoldoende waren geregeld met betrekking tot het brandveilig gebruik van overige plaatsen zijn eveneens opgenomen. Het Besluit bevat een aantal algemene bepalingen over veiligheid, maar is verder gebaseerd op de gedachte dat er alleen regeling nodig is voor situaties waarin een reƫel risico bestaat. Er is voortaan alleen nog maar een gebruiksmeldingsplicht, waardoor het vergunningstelsel vervalt. In het Besluit is zowel qua inhoud als terminologie aansluiting gezocht bij het Bouwbesluit 2012.
Tevens is expliciet geregeld dat indien er een samenloop is met andere regels, zoals de gemeentelijke eis van een evenementenvergunning, er door een combinatie van procedures geen dubbel werk gevraagd wordt van de organisator.
Basishulpverlening
In artikel 4.22 van het Besluit zijn regels vastgesteld met betrekking tot basishulpverlening. Uitgangspunt is dat incidenten geen of zo weinig mogelijk schadelijke gevolgen moeten hebben voor de aanwezigen. Bij het gebruik van een verblijfsruimte dienen maatregelen te worden getroffen met betrekking tot het verlenen van eerste hulp, ontruiming, het bestrijden van een beginnende brand, het alarmeren, opvangen en informeren van de hulpverleningsdiensten. Daarnaast is in het artikel vastgelegd dat het alarmeren van de hulpverleningsdiensten tot stand dient te komen via een deugdelijke verbinding. Ook dient een ontruimingsplan te worden opgesteld.